Hoe omgaan met recreatiewoning na scheiding?

Na een scheiding moet er veel gebeuren. Hieronder valt onder andere het verdelen van de eigendommen indien men in gemeenschap van goederen is getrouwd. Zo wordt de inboedel verdeeld, maar ook de woning waar men lang heeft samengewoond. En daar hoort ook de recreatiewoning bij. Het is bij een echtscheiding belangrijk dat de bezittingen evenredig worden verdeeld, dit staat tenslotte vast omdat er in gemeenschap van goederen is getrouwd. De waarde van de recreatiewoning is daarom leidend om deze te kunnen verdelen.

Naar wie gaat de recreatiewoning?

Er wordt altijd naar de waarde van de verschillende bezittingen gekeken. Het gaat daarbij niet om de nieuwwaarde maar om de dagwaarde. Dit geldt voor de normale woning, de auto en dus ook de recreatiewoning. De totale bezittingen van beiden worden tijdens de echtscheiding bij elkaar opgeteld en netjes gelijk onder beiden verdeeld. Naar wie de recreatiewoning gaat zal dus afhankelijk zijn van het totale bedrag dat diegene dient te krijgen.

Vaak krijgt de één dan de normale woning, terwijl de ander bijvoorbeeld zowel de recreatiewoning als de auto krijgt. Dit hangt volledig af van de waarde. Er kan ook worden gekozen om de recreatiewoning te verkopen, waarbij de totale som van de woning weer onder beiden wordt verdeeld zolang hierbij de balans tussen beiden gelijk blijft. Een van de partners mag er ook voor kiezen om extra geld bij te leggen om de recreatiewoning van de ander over te nemen. Let er bij de verdeling ook goed op dat de onderhoudskosten en verzekeringen allemaal niet in de waarde van de woning worden meegenomen. Dit kan op langere termijn flinke kosten met zich meebrengen, waardoor je aanzienlijk meer moet bijleggen.

Mag je in de recreatiewoning gaan wonen?

Tot voor kort was het ook mogelijk om zelf in de recreatiewoning te trekken. Daar heeft het kabinet echter in 2016 verandering in gebracht. Op dat moment komt de mogelijkheid om daar voor recreatie te zijn namelijk te vervallen. Er zijn nog enkele gemeenten die toestaan om tot 9 maanden lang in deze woning te trekken. Sommige gemeenten willen dit zelfs verlengen tot een jaar.