U wilt zich vestigen in uw 2e huis, mag dat ?

Geplaatst op 28-11-2019 in Juridisch & fiscaal

Permanent wonen in uw tweede huis mag niet zomaar

Gemeenten worden verplicht een vergunning te verlenen aan mensen die voor 1 november 2003 in hun recreatiewoning zijn getrokken en daar sindsdien onafgebroken, maar onrechtmatig, hebben gewoond. Dit wordt geregeld door de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen. U kunt na de inwerkingtreding van de wet de vergunning aanvragen bij uw gemeente.

Tijdstraject
Het gaat hier om voorgenomen beleid. De inwerkingtreding van de wet is afhankelijk van de instemming van de Tweede en Eerste Kamer en publicatie in het Staatsblad. De streefdatum van inwerkingtreding is 2011. De ministerraad heeft op 10 juli 2009 ingestemd met het wetsvoorstel ‘Vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen’. De Tweede Kamer heeft het voorstel op 15 maart 2011 aangenomen. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer.

Voorwaarden vergunningverlening
Om in aanmerking te komen voor een vergunning moet u aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • u bent vóór 1 november 2003 in de recreatiewoning getrokken en u heeft er sindsdien onafgebroken gewoond, in elk geval tot 1 januari 2010;
  • u was op 31 oktober 2003 meerderjarig;
  • u bent vóór 1 januari 2010 niet door de gemeente op de bewoning aangeschreven via een besluit tot oplegging van een last onder dwangsom of bestuursdwang, of via een (gedoog)besluit om voor bepaalde tijd van handhaving af te zien;
  • de recreatiewoning moet voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit voor bestaande woonfuncties. De bewoning mag niet in strijd zijn met de milieuwetgeving (bijvoorbeeld geluid- en stankzones).

Heeft de gemeente wel vóór 1 januari 2010 over u een handhavingbesluit genomen, dan heeft u al genoeg duidelijkheid gekregen dat u niet in uw recreatiewoning mag blijven wonen, en komt u niet in aanmerking voor een vergunning.

Heeft de gemeente pas ná 1 januari 2010 zo’n besluit genomen (eventueel zelfs gevolgd door daadwerkelijke uitvoering), dan mag u toch een vergunning aanvragen die de gemeente moet verlenen.

Bewoning aantonen
Als u voldoet aan die voorwaarden en (na inwerkingtreding van de wet) een vergunning aanvraagt bij de gemeente moet u bewijzen dat u daadwerkelijk permanent in de recreatiewoning heeft gewoond in die periode. Kunt u dit bewijzen met de bewijsmiddelen die in artikel 3 van de wet vermeld staan, dan moet de gemeente de vergunning verlenen. Bewijsmiddelen zijn bijvoorbeeld een inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie op het adres van de recreatiewoning, een aanmerking van de recreatiewoning door de Belastingdienst als eigen woning of een ziektekostenverzekering plus inschrijving bij een huisartsenpraktijk met vermelding van het recreatiewoningadres. Beslist de gemeente niet binnen de wettelijke termijn over de vergunningaanvraag, dan is de vergunning automatisch verleend.

Als u bij de vergunningaanvraag andere bewijzen aanlevert, zoals kentekengegevens, betaling van gemeentelijke belastingen, gegevens van energie- en waterleidingbedrijven of huisvuiladministratie, dan kan de gemeente de vergunning ook verlenen (op basis van artikel 4 van het wetsvoorstel). Maar bij overschrijding van de beslistermijn door de gemeente geldt dan niet dat de vergunning automatisch wordt verleend.

Aanvraagtermijn
Een aanvraag voor een vergunning kan binnen 2 jaar nadat de wet in werking is getreden worden ingediend. Daarna is dat niet meer mogelijk.

Bezwaar en beroep
Tegen een weigering om een vergunning te verlenen of tegen de verlening van een vergunning kan bezwaar worden gemaakt bij de gemeente. Daaropvolgend kan beroep worden ingesteld bij de rechter.

Vergunning is persoonsgebonden
Een verleende vergunning is persoonsgebonden en dus niet over te dragen aan iemand anders. De vergunning vervalt bij beëindiging van de bewoning door de persoon aan wie de vergunning is verleend. Is de laatste vergunninghouder uit de recreatiewoning vertrokken, dan moet de gemeente de recreatiebestemming actief handhaven.

Automatisch vergunning
Als u al vóór de inwerkingtreding van de wet een gedoogbeschikking voor onbepaalde tijd van de gemeente had gekregen, dan wordt deze bij de inwerkingtreding van deze wet automatisch omgezet in een vergunning. Dit is zelfs zo als de gemeente vóór die gedoogbeschikking een handhavingbesluit had genomen. Heeft u al zo’n gedoogbeschikking, dan hoeft u niet opnieuw naar het gemeentehuis om een vergunning aan te vragen.

Het kan ook zijn dat een gemeente op 1 januari 2010 nog bezig was met de voorbereiding van een legalisering (omzetting van de bestemming van de recreatiewoning van ‘recreëren’ in ‘wonen’). Omdat u in dat geval niet vóór 1 januari 2010 te weten heeft gekregen dat u niet in de recreatiewoning mag blijven wonen, kunt u (na de inwerkingtreding van deze wet) alsnog een vergunning aanvragen en deze ook krijgen. In dat geval volgt op deze vergunning zeer waarschijnlijk later nog een legalisering (in de vorm van een wijziging van het bestemmingsplan van de bestemming van de recreatiewoning).

Oplichters actief in de 2e huizenmarkt

Geplaatst op 28-11-2019 in Tweede woning

Nieuwbouw 2e huis in Spanje biedt voordeel

Geplaatst op 28-11-2019 in Tweede woning

0 reacties

Reactie plaatsen