Belasting betalen tweede huis in Nederland

Na een tijdje zoeken heeft u een recreatiewoning gevonden, ergens in Nederland, die helemaal naar wens is en perfect bij u past. Uiteindelijk heeft u deze woning ook gekocht en bent u er erg blij mee. Het bezitten van een tweede woning is leuk en brengt daarnaast veel voordelen met zich mee. Een tweede huis in Nederland is bijvoorbeeld bijzonder geschikt om te gebruiken als vakantieverblijf of om even bij te komen van de drukte van het dagelijks leven. Toch zijn er wel een aantal zaken om rekening mee te houden, zoals iets als hoe het werkt met de belasting, oftewel wat de regels op fiscaal gebied zijn. Bij het bezitten van een huis horen nu eenmaal fiscale verplichtingen die bij wet geregeld zijn. Overgaan tot koop recreatiewoning is alleen verstandig door eerst de materie te kennen.

Fiscale aspecten bij het bezitten van een tweede woning

De Belastingdienst beschouwt een vakantiewoning binnen (of buiten Nederland) als tweede woning. Deze tweede woning valt onder uw bezittingen, bij de Belastingdienst is dat box 3. Het is de bedoeling dat u hierbij de waarde op 1 januari aangeeft.

De waarde van het tweede huis

Als bezitter van een tweede huis in Nederland moet u de WOZ-waarde met waardepeildatum één januari van het jaar voor het jaar van aangifte vermelden. Deze WOZ-waarde kunt u vinden op de WOZ-beschikking die u van uw gemeente gekregen heeft.

Wat telt niet als tweede woning?

Er zijn een aantal gevallen die als het ware niet ‘tellen’ als tweede woning. Ten eerste is er de eigen woning die uw hoofdverblijf is in het jaar van aangifte. Deze wordt niet als tweede woning beschouwd. Bovendien is de ‘tijdelijke’ eigen woning ook geen tweede woning. Deze geeft u aan in box 1, bij ‘eigen woning’. Verder kan er sprake zijn van een woning die u verhuurt. Hiermee wordt ook de voormalige eigen woning bedoeld, die u tijdelijk verhuurt in afwachting van verkoop. Ook deze wordt niet als tweede woning beschouwd en wordt aangegeven bij ‘overige onroerende zaken’ in box 3. Tevens kan het gaan om een landgoed (in de zin van de Natuurschoonwet 1928) dat volledig uw eigendom is. Dit telt ook niet als tweede woning. Eveneens kunt u in het bezit zijn van een bos of natuurterrein, dit wordt ook niet als tweede woning beschouwd. De twee laatstgenoemde zaken, een landgoed wat u bezit of een bos of natuurterrein, dienen te worden aangegeven in box 3 bij ‘overige bezittingen’.